Bekijk de tekening in een apart venster, op groot formaat
Gemeenschappelijk grasveld: voor algemeen gebruik door kinderen, of om lekker te zitten, om een buurtbarbecue te houden, etc.
Bank (op het grasveld).  Paden: zijn halfverhard (granietgruis). Schapenhek: laag hekje aan de straatkant waarmee we honden weren. Aan de kant van de stoep dicht
en laag begroeid met vaste planten en klimplanten. Fruitbomen:  zeven oude fruitboomrassen.  Kleinfruit: o.a. frambozen en bessen. Kruiden: gemeenschappelijke kruidentuin,
iedereen kan plukken.    Bloeiende struiken (en kleine bomen). Begroeid hek: afscheiding tussen het grasveld en de stoep aan de straatkant wordt gevormd door een
houten hek waar klimplanten tegen groeien.  Bloeiende planten (deels hoog, deels laag) zoals ooievaarsbek, rode zonnehoed, verbena, lavendel, akelei, stokroos, zonnebloem.
Een stukje met inheemse verdwenen/zeldzame (on)kruiden. Ruimte voor dieren: Nestkastjes, Bijenhotel et cetera (nog niet ingetekend).
Ruimte voor kinderen: In de voortuin  is een speelplek voor de kleinere kinderen met o.a. een zandbak die open en dicht kan. En  zijn nu enkele
moestuinbakken en vierkantemetertuintjes voor kinderen om zelf groente te verbouwen en mooie bloemen te kweken.